Veel Nederlandse wielerliefhebbers keken met grote verwachtingen uit naar de 100e editie van de Giro d’Italia. In de ronde van Italië deden namelijk de drie beste klassementsmannen uit ons land mee. Zowel Bauke Mollema en Steven Kruijswijk als Tom Dumoulin gingen voor een topklassering. Vorig jaar was Kruijswijk er al erg dichtbij, terwijl ook Dumoulin dagenlang in de roze leiderstrui rond mocht rijden. Naast de Nederlanders waren er echter veel andere kanshebbers die zich hebben ingeschreven voor deze 100e Giro. In dit artikel lees je een korte samenvatting van de voor Nederland prachtig verlopen ronde.
Eerste tijdrit zorgt voor grote verschillen
Om een goede ronderenner te zijn moet je de verschillende disciplines binnen het wielrennen tot in de puntjes beheersen. Tijdens de sprintetappes dien je attent van voren te koersen, zodat je geen tijd verliest op je concurrenten. Natuurlijk moet je ook in de bergen je mannetje staan en je niet laten verrassen door de wind in etappes langs de kust. De tijdrit is daarnaast een vak apart. Met gemiddeld ongeveer 50 kilometer per uur rondfietsen is zeker niet voor iedereen weggelegd. Tom Dumoulin kan dit echter als geen ander. In de tiende etappe was een heuvelachtig parcours van bijna 40 kilometer uitgezet. Dumoulin won deze rit met een bizar snelle tijd en pakte op bijvoorbeeld Quintana en Nibali 2:53 en 2:07 minuten. Hiermee greep hij de leiding in de race en vanaf toen kon hij acht dagen lang genieten van de roze trui.
De sanitaire stop en slechte benen in de bergen
Normaliter kent een grote ronde een afwisselend parcours. Vlakke etappes voor de sprinters, heuvelachtige routes voor de aanvallers en bergetappes voor de klimmers en klassementsmannen wisselen elkaar af. De derde week van de Giro kende echter louter bergritten. Voor de relatief lange en zware Dumoulin betekende dit een nadeel ten opzicht van kleine en vederlichte klimmers als Quintana, Pozzovivo en Zakarin. Toch was het uitgerekend Dumoulin die de eerste bergrit in de derde week wist te winnen. Het heiligdom Oropa vormde het decor voor zijn tweede etappewinst van deze Giro en het roze kwam nog wat vaster om zijn schouders te hangen. In de zestiende etappe ging het wel mis voor de jonge Limburger. Zijn darmen konden de inspanningen en de hoogteverschillen niet aan en een noodgedwongen stop in de berm voor een grote boodschap was onvermijdelijk. Hoewel het verlies beperkt bleef tot twee minuten gaf dit de concurrentie de kans om hun achterstand goed te maken. De slechte benen van Dumoulin in etappe 19 betekenden een wisseling van de wacht, want Quintana nam na deze rit de eerste positie en dus de roze trui over van de Nederlander.
Afsluitende tijdrit is een ware thriller
Ondanks de mindere klimmersbenen wist Tom Dumoulin zijn verlies in de bergen tot een minimum te beperken. In de afsluitende tijdrit in Milaan moest de Nederlander 53 seconden goedmaken op leider Quintana, terwijl Nibali en Pinot beide zo’n 10-15 seconden voor stonden. Voor de expert in tijdrijden was dit op voorhand zeker haalbaar, maar ongeluk schuilt natuurlijk in een klein hoekje. Dankzij een magistrale tijdrit wist hij echter als eerste Nederlander ooit de Giro d’Italia te winnen. Voor het eerst in 37 jaar hebben we in Nederland weer een winnaar van een grote ronde en hiermee schaart Dumoulin zich direct in het rijtje met legendes Jan Janssen en Joop Zoetemelk. De altijd doorbijtende Mollema werd knap zevende. De vorig jaar zo sterk rijdende Steven Kruijswijk moest vlak voor het eind opgeven door ziekte. Toch geeft deze ronde van Italië veel vertrouwen voor de toekomst!