De beste aller tijden zijn en toch één wedstrijd maar niet kunnen winnen: Sven Kramer bewijst dat het mogelijk is. Op de Winterspelen in Pyeongchang gaat de Nederlandse schaatstopper er alles aan doen zijn olympische vloek uit te wissen. Een verhaal over de drive van een recordkampioen.
TEKST: Daan Rieken
Waarom Sven Kramer nooit kaartspelletjes speelt op trainingskamp? Dan bestaat de mogelijkheid dat hij verliest en hij haat verliezen. Wat Sven Kramer doet als hij toch verliest? Dan verbouwt hij de ruimte waar hij op dat moment verblijft. Waarom Sven Kramer op zijn 31e nog schaatst? Om de enige wedstrijd die hij telkens verloor – de olympische tien kilometer – toch een keer te winnen.
Het is verleidelijk om van schaatser Sven Kramer net zo’n karikatuur te maken als in de voorgaande zinnen. Reporters doen het geregeld. Kramer leent zich er perfect voor. Niet alleen omdat hij zo’n enorme pokkenhekel aan verliezen heeft. Ook omdat hij een driftig baasje is.
Litteken
Vaak wordt er op het litteken op Kramers wang gewezen dat hij als kind opliep toen-ie door een glazen schuifpui viel. Als bewijs voor zijn onrustige karakter. Dat contrasteert zo lekker met die andere favorieten op de olympische 10 kilometer. De zogenaamd rustige regerend kampioen Jorrit Bergsma en de regelmatig als excentriek beschreven wereldrecordhouder Ted-Jan Bloemen.
Natuurlijk klopt de informatie over Kramer wel. Maar het is slechts een deel van de waarheid. Om 28 wereldtitels, 9 Europese titels en 3 olympische gouden plakken te winnen, moet je toch echt meer zijn dan een drukbol met een hekel aan verliezen.
Nog zo’n fabeltje: Kramer zou een ongekend toptalent zijn. Het is onzin die hij met zijn buitengewone prestaties zelf in de hand heeft gewerkt. Wie kijkt naar zijn prijzenkast denkt dat het succes Kramer aan komt waaien. Maar die prijzenkast is alleen maar het glinsterende topje van de ijsberg waaronder enorm veel bloed, zweet en tranen schuilgaan.
Twijfel aan toekomst
Kramers echte talent is doorzettingsvermogen. Dat maakte van een jonge knul met gemiddelde schaatskwaliteiten de beste rijder ooit. Niemand traint zo hard als hij. In aanloop naar de Olympische Spelen van 2010 beulde hij zich zelfs zo af dat zijn lichaam eraan onderdoor ging en hij in seizoen 2010/2011 noodgedwongen aan de kant moest blijven. Hij twijfelde zelfs aan zijn schaatstoekomst, maar weer een lange periode van totale toewijding bracht hem terug aan de top.
In een interview met de Nederlandse Volkskrant liet Kramer vorig jaar weten de zeven Tour-zeges van Lance Armstrong geweldig te hebben gevonden. Hij respecteert de drive van de Amerikaan in wie hij misschien wel iets van zichzelf herkent. Waarschijnlijk niet in diens dopinggebruik of de manier waarop Armstrong tegenstanders en ploeggenoten manipuleerde; wel in de maniakale manier waarop hij altijd bezig was beter te worden. Net als Kramer.
Nog zo’n overeenkomst: Kramer heeft evenveel schurft aan verliezen als Armstrong. Vorig jaar reed hij op de tien kilometer bij het wereldkampioenschap afstanden op de olympische baan van Zuid-Korea een persoonlijk record. Hij was beter dan ooit en ontzettend blij met die prestatie. Maar, zei hij tegen iedereen die het horen wilde, als hij met die tijd geen goud gewonnen had, zou hij natuurlijk wel ouderwets de kleedkamer verbouwd hebben. Verlies als doodszonde.
Arrogant
Maar Kramer is meer dan dat. Een sporter die namens zijn collega’s een vuist maakt richting de bestuurlijke macht als dat nodig is. Een man die goede teksten heeft voor journalisten. Iemand die precies weet wat hij wil. Die niet urenlang bij een sportgala op een stoel gaat zitten als dat zijn ideale trainingsschema verpest. Een volwassen vent die soms voor arrogant wordt versleten, maar waarvan de mensen die hem kennen zeggen dat hij geen spat veranderd is en nog net zo eerlijk en goed voor zijn omgeving is als voor zijn doorbraak in 2004.
Die man heeft 15 februari 2018 rood omcirkeld in zijn agenda. Natuurlijk gaat hij naar de Spelen om goud te winnen op de 5 kilometer, de team pursuit en de massastart; maar bovenal om die ene dag de allerbeste te zijn. Tig keer werd hij wereldkampioen op de 10 kilometer, maar olympisch goud op die afstand zat er nooit in. Als rookie in 2006 werd hij zevende, in 2010 stuurde trainer Gerard Kemkers hem in gewonnen positie de verkeerde baan in en vier jaar geleden was Jorrit Bergsma beter. Op 15 februari 2018 wil de allerbeste schaatser ooit met olympisch goud op de 10 kilometer bewijzen dat hij de aller-allerbeste schaatser ooit is.
Elfstedentocht
Of hij stopt als dat weer niet lukt of juist wanneer hij wel in zijn missie slaagt, zoals sommigen dachten. Ook dat cliché-denken. Het gaat voorbij aan de enorme sportliefde van Sven Kramer. Na de Olympische Spelen blijft hij sowieso nog twee jaar schaatsen. En wie weet is hij er als 35-jarige op de olympiade van 2022 wel wéér gewoon bij.
Wees niet verrast als hij steeds vaker op zal duiken in het marathonpeloton. Kramer zal hardheid op willen doen om 200 kilometer lang hard te kunnen schaatsen. Want naast de olympische 10 kilometer is de Elfstedentocht het andere gat op zijn cv. Mocht de Tocht der Tochten ooit weer worden verreden dan wil sportliefhebber Kramer hoe dan ook meedoen. Maar alleen deelnemen is voor hem nooit genoeg… Er moet gewonnen worden.